De koffers staan nog niet binnen of een eerste mug zoemt al om mijn hoofd. Ik weet meteen wat we vergeten zijn: muggenspul. Speciaal gekocht natuurlijk, omdat we naar een vakantiehuis in het bos gingen.
Stom stom stom, het flesje staat thuis op tafel. Ik heb de neiging om te blijven hangen in dit soort gedachtes.
Maar deze vakantie blijkt een leermoment. Wat ik wél heb ingepakt, zijn twee grote warme dekens. Bij mijn laatste rondje door het huis – zijn alle deuren en ramen dicht – zag ik ze liggen en vanwege ‘je weet maar nooit’ gooide ik ze in de auto.
Ons Twentse vakantiehuis heeft een zwembad en sauna en na een eerste rondje wellness dampen we buiten uit. Al snel kruipen we onder de dekens, die veel warmer zijn dan muggenspul en ons ook beschermen tegen prikbeesten.
Zo brengen we elke avond door op het terras, kijkend naar de vleermuizen en de sterren. Het zijn de fijnste momenten van de dag, dankzij de dekentjes hoeven we nooit naar binnen. Niet focussen op wat je vergeten bent, maar op wat er per ongeluk wel is, denk ik bij mezelf. Van die vakantie-inzichten waarvan je hoopt dat ze blijven hangen.
Later die week gaan we in Borne uit eten. Voor de gelegenheid draag ik hakken zo hoog als woontorens. Te laat bedenken we dat we een taxi hadden moeten bellen. Vergeten… Op het laatste moment kunnen we alleen nog een heenrit vastleggen, geen terugrit. In restaurant Dorset vragen we de eigenaar of hij een taxi kan regelen na afloop. “Ik breng jullie straks wel even thuis”, zegt hij genereus.
Na een fantastisch diner plof ik neer op de achterbank van Willems Tesla. De eigenaar draagt het witte kokshemd waarin hij een minuut geleden nog gasten bediende. Het dorp glijdt aan ons voorbij, we moeten lachen om dit aparte ritje. Niet focussen op wat je vergeten bent, maar op wat er vast niet toevallig wél is, denk ik bij mezelf.